Vandaag is mijn eerste E-book uitgekomen met de titel 'Assertiviteit op het werk en privé' bij Bookboon.com. Een paar weken geleden publiceerde ik al een introductieblog over het onderwerp hier op mijn site. Hieronder een stukje over hetzelfde thema van Jeffrey Wijnberg, een zogeheten provocerende coach, uit zijn boek " 'Dat moet ik nog een plekje geven' en andere psychologische onzin."

"Wat is assertief?

'Als iemand in de trein rookt, zeg je er dan wat van?'

'Nee, dan ga ik net zo lief ergens ander zitten.'

'Dan ben je niet assertief. Je laat je toch niet wegjagen?'

'Als de roker een neef is van Arnold Schwarzenegger, dan ben je slim als je erbij wegloopt.'

In de jaren zeventig was het assertiviteitsboek van Jan Schouten Ik ben er ook nog een wereldhit. Ook het boek Als ik nee zeg, voel ik me schuldig van Manuel J. Smith werd een bestseller. Sindsdien is 'assertiviteit' een huis-tuin-en-keuken-woord geworden. Vooral in feministische kringen was het in om aan egoversterkende groepssessies mee te doen. Vrouwen waren te onderdanig en mannen te dominant. Nog steeds doen mensen mee aan assertiviteitstrainingen en wordt hun geleerd om van zich af te bijten. Daarmee is het assertief zijn synoniem geworden met beleefd agressief. Je hoort erbij als je trots kunt vertellen dat je een collectant resoluut hebt afgewezen. En wie als ondergeschikte zijn baas 'de waarheid' durft te zeggen, heeft de gouden assertiviteitsplak verdiend.

Maar is het afwijzen van mensen, altijd voor je mening uitkomen en anderen de les lezen de essentie van assertiviteit? Nee. De Engelse uitdrukking 'to assert yourself' betekent: je ware zelf laten zien. De hamvraag is dan: wat is je ware zelf? Stelt u zich het volgende voor. Ik heb tien vrienden uitgenodigd voor het eten. Ik heb boodschappen gedaan (en ervoor betaald), de tafel gedekt en het eten gekookt. Terwijl ik in mijn eentje sta af te wassen, zit de rest van het gezelschap ontspannen in de woonkamer na te praten. Niemand biedt aan om mij te helpen. Als mij dat stoort, dan kan ik er wat van zeggen. Maar ik heb nergens last van. Sterker nog, mijn 'ware zelf' komt het beste tot zijn recht door mijn vrienden te bedienen. Zij profiteren terwijl ik me in mijn element voel.

Jan komt bij mij op het spreekuur. Onmiddelijk valt mij op hoe vriendelijk, voorkomend en bescheiden hij is. Als ik daar wat van zeg, antwoordt hij. 'Ja, en dat is mijn probleem. Het zijn altijd anderen op mijn werk die het hoogste woord voeren en hun ellebogen gebruiken; ik ben altijd de gedoodverfde bemiddelaar.'

'Je bent de aardigste bemiddelaar van iedereen?'

'Ja.'

'Wat is daar mis mee? Wil jij zo zijn als je collega's?'

'Nee, ik probeer het wel eens, maar het voelt alsof ik mijzelf verloochen.'

'Dat doe je ook.'

De assertiviteitsgolf heeft grote groepen mensen geholpen om meer zelfvertrouwen te ontwikkelen. Maar het heeft ook een groot probleem gecreëerd. Mensen die zich onderscheiden door een zachtaardig karakter, die houden van nette omgansgsvormen of neigen naar dienstbaarheid, denken tegenwoordig dat ze gehandicapt zijn. En dat is eeuwig zonde. Want er zijn meer wegen die naar Rome leiden. Laatst sprak ik een vriendin die verpleegster is. Op haar afdeling was een man in woede uitgebarsten toen hij hoorde dat zijn vrouw een borstamputatie moest ondergaan. Toen ik haar vroeg hoe zij de man gekalmeerd had, zei ze: 'Ik gaf hem een knipoog, nam hem bij de arm en vroeg of hij met me koffie wilde drinken.' Ook lief zijn kan assertief zijn."