Workaholic?

Pakweg een op de twaalf Nederlanders is een workaholic, ofwel een werkverslaafde, las ik gisteren in de krant. Hard werken is natuurlijk niet erg, maar wel als het dwangmatig wordt.

Niet iedereen die een beetje te hard werkt, is daarmee ook meteen een werkverslaafde. Het wordt problematisch als het harde werken niet voortkomt uit innerlijke motivatie of omdat het van je verlangd wordt. Er is pas van een werkverslaving sprake als er een dwangmatig aspect aan zit. Een workaholic voelt zich beroerd als hij niet werkt, heeft nooit het gevoel dat iets af is, kan vaak ook aan niets anders denken dan aan het werk en weet meestal niet te delegeren. Werkverslaving komt in alle leeftijdscategorieën voor en net zoveel onder mannen als vrouwen, zo is de afgelopen jaren gebleken uit onderzoek. Het komt evenveel voor onder werknemers in loondienst als onder zzp'ers. Het is geen typische managerskwaal zoals soms gedacht wordt. Het percentage werkverslaafden blijkt het hoogst in de landbouw, bouw, communicatie, consultancy en handel en het laagst in de dienstverlening, de medische en sociale sector en bij overheidsdiensten. In de Verenigde Staten wordt werkverslaving inmiddels zeer serieus genomen. Naar analogie van de AA (Alcoholics Anonymous) bestaat daar al jaren Workaholics Anonymous. Werkverslaafden kunnen er anoniem terecht. Net zoals de AA werkt WA met een twaalfstappenplan om het probleem de baas te worden. Gelukkig is werkverslaving beter te behandelen dan alcoholverslaving. Als mensen die werkverslaafd zijn naar een therapeut gaan kan die helpen om het probleem de baas te worden. Dan kunnen bepaalde irrationele gedachten achter hun gedrag ontdekt worden. Bijvoorbeeld kan iemand dan ontdekken dat een fout maken niet het einde van de wereld is, net zomin als wanneer je iets niet af kunt maken. Maar zoals met alles is de eerste stap de erkenning van het probleem. De meeste werkverslaafden geven niet snel toe dat er sprake is van een probleem. Hier ligt een taak voor de omgeving. Gezinsleden en collega's of leidinggevenden moeten aan de bel trekken als iemand echt kenmerken van dwangmatig werken vertoont en hem of haar een spiegel voorhouden.